Rise of the Rangers (RoR)

Hier kunnen we alle al gemaakte verhalen in zetten
Isis (Islington)
Site Admin
Berichten: 93
Lid geworden op: 31-10-2013 16:53

Rise of the Rangers (RoR)

Bericht door Isis (Islington) » 01-11-2013 19:36

Maaike owned dit, ik plaats het slechts...

Het bloedstollende verhaal van de Grijze Jagers (maar dan net wat anders).
Wat nou als de Jagers de oorlog tegen Morgarath helemaal niet gewonnen hadden? Als Halt die ridders nou niet over de rivier had gekregen, enzovoorts?

Daar komen wij nou in het plaatje! Laten we zeggen dat het 15 jaar geleden is sinds de oorlog die Morgarath heeft gewonnen en alles is somber en er is veel criminaliteit en zo. Duncan is dood, net zoals de meeste Jagers. De overlevenden (ander andere Halt en Crowley) moeten stiekempjes te werk gaan en zich ninja-achtig door het land bewegen. Meet the characters!

Kevin Bye met:
Naam: Lyra
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: 16
Beroep: boerenknecht
Dorp/Kasteel: Dorp ten zuiden van Macindaw
Karakter: avontuurlijk, slim, handig, snel
Goede/Slechte eigenschappen: vriendelijk al neemt ze mensen niet snel in vertrouwen
Uiterlijk: klein van postuur, lang blond haar en blauwe ogen die door alle leugens heen kijken Wapens: messen en als ze wegglipt van het landgoed neemt ze een boog mee om te jagen waar ze goed mee om kan gaan
Familie: ze heeft alleen nog haar moeder die zonder Lyra's broer het land nauwelijks op tijd krijgt omgeploegd, haar broer zit bij de krijgsschool om in het leger van Morgarath te dienen
Verleden: zelf was ze nog geen jaar oud toen de slag om de Heckingse heide, haar vader stond zelf in een van de voorste linies en werd dus ook snel afgeslacht, toen haar broer een paar jaar geleden naar de krijgsschool ging kregen ze het hier op de boerderij een stuk moeilijker.

Maaike Jansen Freriksen met:
Naam: Marina van Karwij
Geslacht: Vrouw
Leeftijd: 16-en-driekwart
Beroep: Dochter van baron Fergus
Woonplaats: Kasteel Karwij (heet het zo? x) )
Karakter: Stil en verlegen bij vreemde. Heel erg onzeker, maar moedig als het moet.
Goede/Slechte eigenschappen: Eigenwijs, goedaardig, onzeker, avontuurlijk
Uiterlijk: Bruin haar dat tot iets onder haar schouders reikt, grijsblauwe ogen, bleke huid, slank gebouwd en niet speciaal lang.
Wapens: Ze kan boogschieten, maar heeft haar boog nog nooit in strijd gebruikt.
Familie: Haar moeder stierf in het kraambed, en ze heeft geen broers of zussen. Wel goede maatjes met haar vader, en heeft een ouwe wijven relatie met haar oma.
Verleden: Alles was goed en wel voor de oorlog. Karwij was rijk aan bossen en er was genoeg te eten, maar zware slagen werden rondom het kasteel gevoerd en verloren. Vele boeren en andere inwoners werden gedood, en toen Morgarath de troon besteeg namen de Wargals de meeste steden in. Baron Fergus moet nu al 15 jaar lang op zijn tellen passen. Hij had in de strijd tegen Morgarath gevochten, en kan elk moment een mes in zijn rug verwachten.
Marina is niet anders gewend dan geheimen bewaren en op te passen over wat ze zegt wanneer anderen het kunnen horen.

Malin Mars met:
Naam: William Sandfort
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd: 18
Beroep: Hij steelt.
Woonplaats: Hij heeft geen vaste woonplek. Hij zwerft overal een beetje rond.
Karakter: Het is een slimme en lieve jongen, maar ook nieuwsgierig. Hij leert snel van dingen en hij is ook handig. Soms kan hij een beetje agressief over komen. Meestal is hij een beetje op de achtergrond.
Goede/Slechte eigenschappen: Hij kan een beetje viool spelen. Niemand kent hem echt. Hij is heel erg mysterieus.
Uiterlijk: Hij heeft bruin half lang, half kort haar. Het tot net aan zijn oren, maar het is ook niet zo kort dat het stekeltjes zijn. Hij heeft een klein beetje een baartje, maar om de tijd haalt hij het wel weg met zijn zakmes. Hij ziet er niet erg schoon uit omdat hij zich nooit wast en soms alleen wat water in zijn gezicht gooit. Hij heeft helder blauwe ogen. Zijn gezicht is meestal verborgen onder zijn zwarte cape. Hij draagt een leren groenachtige broek en bruine laarzen. Aan zijn broek hangt een riem met een zakmes.
Wapens: Hij heeft niet echt 1 wapen. Hij gebruikt meestal dat genen dat hij als eerst ziet om hem te beschermen, maar hij heeft wel altijd een zakmes bij zich. Das alleen niet een heel goed wapen.
Familie: Die heeft hij niet meer.
Verleden: Hij heeft zijn familie toen hij 14 was verlaten. Zijn ouders mochten hem niet en verdachten hem van moord, maar hij had er niks mee te maken. Nu zwerft hij overal en nergens rond.

Yvanka de Groot met:
Naam: Jonathan Leeuwenhart (afkorting: Jona)
Geslacht: Mannelijk
Leeftijd:21
Beroep: Psychiater
Karakter: Opdringerig, langzaam, droog, enthousiast, optimistisch, kinderlijk, sportief, gay
Goede/Slechte eigenschappen: galant, onhandig, handtastelijk
Uiterlijk: *foto*
Wapens: snelheid, kietelen
Familie: Zijn vader heeft 4 vrouwen, en wordt gezien als DE player in de stad. Daarom heeft Jonathan dan ook geen idee wie zijn moeder is... Alle 34 kinderen van zijn vader wonen met Jonathan in een gigantisch huis. Dat is niet leuk, want Jonathan is een van de oudste. Hij heeft ook nog een tweelingbroer. Maar die is al uit huis. Jonathan heeft nog geen goede kans gezien om ook te kunnen ontsnappen
Verleden: Hij werd geboren als baby, en werd toen groot.

Gjalt van Werkhoven met:
Naam: Rath van Gorlan
Geslacht: Man
Leeftijd: 18
Beroep: Prins
Woonplaats: Kasteel Gorlan
Karakter: Verwend, maar dat beseft hij zelf ook. Eerlijk, oorlogszuchtig en slim.
Goede/Slechte eigenschappen: Verwend, Traint al sinds zijn 4e met zijn docent met messen, zwaarden en paarden. Sinds zijn 10e krijgt hij lessen in strategie.
Uiterlijk: Zwart haar, erg lang. Stevig gebouwd.
Wapens: Zwaard, Dolken/Messen, zijn Paard.
Familie: Zijn vader: Morgarath. Zijn bastaardoom en docent: Durzo Blint.
Verleden: Zijn oom won de oorlog tegen Araluen toen hij 3 was. Sindsdien leeft hij in het paleis van Gorlan. Hij is beloofd aan Cassandra van Araluen. Maar zij zit op dit moment verborgen in Skandia, samen met een aantal Jagers en een hele lading Skandiërs. De oorlog die Araluen nu voert tegen Skandia zit in een impasse. Skandia kan niet meer plunderen, want zij heeft al haar krijgers thuis nodig, maar het leger van zijn vader kan de zee niet over, vanwege een groot gebrek aan schepen. Morgarath drijft zijn belastingen omhoog om nieuwe schepen te bouwen, maar constant worden de schepen of de bouwmaterialen verwoest. Rath helpt het verzet, en heeft in het geheim contact met zijn prinses. Zijn vader is het overgrote deel van de tijd in Kasteel Araluen, en dus is Rath de baas in huis. Op zijn negentiende zal hij Gorlan erven.

Anna Honingh met:
Naam: Arlyn Bower
Geslacht: Weiffie (Vrouw)
Leeftijd: 17
Beroep: Leerling smid.
Woonplaats: Kasteel Noordam, haar vader is smid daar en maakt zwaarden etc. voor Morgarath. Ze hebben een royale woning achter de smederij.
Karakter: Ze is een leider, maar niet te erg op de voorgrond. Ook is ze erg loslippig en kan slecht geheimen bewaren, ze is en denker en een doener. Ze is recht door zee en heeft een duidelijke mening waar ze niet snel van af stapt. Ze is niet super bloeddorstig, maar ze wil wel graag wraak op Morgarath, want ze heeft een hekel aan hem en zijn Wargals. Ze is onstuimig maar heel erg loyaal en nobel.
Goede/Slechte eigenschappen: Duidelijk, loyaal, vriendelijk en sociaal, soms kan ze heel lief zijn, zwartgallig. Ze luistert slecht naar andere mensen, drijft een beetje haar eigen zin door, ze is nors en bazig en ze kan slecht tekenen en zwemmen. Ze is soms een beetje iets te grof.
Uiterlijk: Gemiddelde lengte, sterke armen en lang bruin haar. Haar ogen zijn bruin en ze is niet super knap, maar ook niet lelijk.
Wapens: Ze kan goed omgaan met hamers en ze heeft haar eigen poi's waar ze mee oefent. Ze weet ook veel over vuur en explosieven.
Familie: Haar oudere broer Hergen werkt ook in de smederij, vroeger had ze nog een broer alleen die is jong gestorven. Haar vader Alexander heette vroeger Peter van Zeeklif, Graaf van Zeeklif en was een adviseur van Duncan in het leger van Araluen. Hij is gevlucht na de dramatische veldslag en is getrouwd met Wilhelmien, een boerenmeid. Samen hebben ze 3 kinderen gekregen, waarvan er 2 nog leven, Hergen en Arlyn.
Verleden: Haar vader is gevlucht na de oorlog en is een nieuw leven begonnen, ze hadden 3 kinderen maar Berar (de oudste) is jong gestorven, en nu zijn er nog maar 2 over. Alexander heeft een smidse en een deal met Morgarath, daarvoor maakt hij de wapens/harnassen voor de Edelen en soms voor Wargals. Arlyn heeft een bloedhekel aan Wargals en aan Morgarath. Ze werkt bij haar vader in de smederij en doet als alles goed gaat volgend jaar examen in het vak.

Isis Joling met:
Naam: James Uglilly
Geslacht: Man
Leeftijd: 17
Beroep: Soldaat in verplichte dienst, daarvoor wapensmid.
Woonplaats: Rivierdorp op de grens tussen Noordam en Karwij. Het heet Veendorp.
Karakter: Stil, slim, snel, bang, teruggetrokken, eigenwijs, creatief, pessimistisch.
Goede/Slechte eigenschappen: Stil, slim, snel, bang, teruggetrokken, eigenwijs, creatief, pessimistisch.
Uiterlijk: Kort boomschorsbruin haar, groenbruine ogen en een gladde blanke huid.
Wapens: Strijdbijl; knuppel en geïmproviseerde wapens die hij zelf heeft gemaakt/maakt
Familie: Biologische ouders dood, leeft bij pleegfamilie Uglilly.
Verleden: Was twee jaar oud toen Morgarath de Slag bij de Heckingse Heide won. Zijn vader is toen gerekruteerd als slaaf, en zijn moeder werd door een soldaat verkracht en vermoord. Hij bleef alleen achter, en werd geadopteerd door de familie Uglilly. Hij heeft een stiefbroer die George Carter heet, en net zo oud is als hijzelf. George is ook geadopteerd door familie Uglilly. Omdat hij zich zijn verjaardag niet kan herinneren, viert hij deze tegelijk met George. Hij lijkt totaal niet op zijn broer die goed is in retorica, want zelf is hij juist heel stil. Hij heeft in een Rijkssmidse gewerkt op zijn vijftiende, maar op zijn zestiende moest hij het leger van Morgarath in. Daar zit hij samen met George tot de dag van vandaag. Hij is echter op stand-by geplaatst, wat inhoud dat hij met drie anderen in een klein dorp verblijft tot hij wordt opgeroepen. Hij mag de drie mannen met wie hij samen zit niet zo, maar klaagt niet uit angst voor bevelhebbers en hun straffen...

Het was die ene, mistige nacht, dat het allemaal begon. De nacht waarin twee belangrijke personen elkaar weer vonden. De duisternis was dicht, maar weerhield hen nergens van. En zo kreeg het koninkrijk een nieuw leven…
Welcome to our story…

~I felt lost, 'til I met you~

Isis (Islington)
Site Admin
Berichten: 93
Lid geworden op: 31-10-2013 16:53

Rise of the Rangers (RoR) Intro's

Bericht door Isis (Islington) » 01-11-2013 19:48

James Uglilly
‘Ryan, Hammond, Eleanore, Suzanne, Myrtle, Rick, we gaan nu eten!’ schalde het door de hele straat. Van verschillende kanten kwamen kinderen aangerend. Twee meisjes kwamen uit een stal, met vieze tunieken aan. Een ander meisje kwam overeind van een bankje, met in haar armen een mand wol. Tot slot kwam een klein jongetje samen met twee grote jongens uit een smederij. Er ging een steek door het hart van de jongen die in de herberg zat. James (zo heette hij) staarde de drie jongens na. Hij miste de smederij. Hij miste zijn moeder en zijn broer. ‘Uglilly, wakker worden! Oproep van de veldheer!’ James keek verbaasd op naar de reus in de deuropening. ‘Een oproep? Is er iets ergs aan de hand?’ De reus haalde verveelt zijn schouders op. ‘Geen idee. Maar het had haast dus maak voort.’ daarna slofte de enorme jongeman de gang door, en de trap af. James raapte zijn riem van de grond, en haalde zijn plunjebaal tevoorschijn. Zo snel als zijn vingers toelieten, vulde hij de zak. Zijn shirts belandden half opgevouwen onderin, bedolven onder schetsblokken met tekeningen van wapens. Deze werden weer bedekt met enkele broeken, en boven in de tas lag een ketting met een vormeloos stuk goud er aan. Het leek nog het meest op een ovaal met punten er aan. De meeste mensen zouden het goud omgesmolten hebben en verkocht, maar voor James was dit het meest waardevolle wat hij bezat. Het laatste wat hem restte van zijn vader.
Hij gespte zijn wapenriem om, en liep met de zak over zijn schouder naar beneden, op zoek naar zijn medesoldaten. Brandit, de kleerkast, was nog boven. James zag Roy ook nergens, maar Evan zat aan een tafeltje in de herberg met zijn plunjebaal naast zijn voeten en een glas mede voor zich op tafel. James liet zijn plunjebaal zakken, en ging ook aan een tafeltje zitten. ‘Dus, op zoek naar een Grijze Jager in Skandia?’ bromde de barman. James schrok enigszins, maar liet al snel zijn schouders weer ontspannen hangen. ‘Blijkbaar.’ antwoordde hij kortaf. ‘Kan ik een glaasje whisky krijgen?’ vroeg hij daarna, met een schuin oog op Evan. ‘Komt er aan.’ Antwoordde de barman, die de tafel verliet om de drank te gaan halen. James haalde zijn loonzakje al tevoorschijn, en legde een munt voor zich op tafel. Daarna borg hij het leren buideltje weer op, en wachtte hij met zijn hand op zijn bijl op zijn hartversterker.
Uur later
‘Rekruteeen present?’ riep de veldheer de vier jongens toe. Deze staken op hun beurt elk hun wapen in de lucht. ‘Opstelleeeen in rij!’ klonk nu het bevel. De vier jongens wrongen en duwden, om uiteindelijk een rijtje te vormen. Niemand hoorde het boze gemompel van de jongen achter aan de rij. ‘Rekruten, jullie rijden te paard naar het kasteel van jullie Heer, Morgarath. Het is een dagmars tot Slipoverdam. Dan nog een halve dagmars tot kasteel Noordam. Daar zal hij jullie opwachten met verdere orders. Treuzel niet, en doe wat de Heer zegt. Heil de Zwarte Heer!’ De jongens herhaalden de laatste vier woorden. De voorste drie luid en duidelijk, de achterste jongen maar zachtjes. Niemand besteedde er aandacht aan. Er kwam een page aangelopen met vier nachtzwarte, gespierde paarden. Één was kleiner dan de andere drie, en leek ook iets minder gespierd. De voorste jongen liep naar voren en nam de teugels van een gespierd paard beet. Zo volgden ook de tweede en derde jongen. De laatste jongen, James, kreeg het kleinere paard toegewezen. Weer lette niemand op zijn protesten…

William Sandfort

‘Hey Luilak! Word eens wakker.’ Schreeuwt een van de bewakers naar me. Hij schuift het eten via een speciaal luikje onder de deur door. ‘Je eten.’ Gelijk duik ik er op af. ‘Beest.’ Mompelt de bewaker nog. Het eten hier was niet geweldig goed, maar beter dan dat van thuis. Van wat ik daar nog van kan herinneren. Ik leef al sinds mijn 14de op straat. Ik ben bijna over al geweest. Ik woonde eerst dicht in de buurt van kasteel Redmont. Toen ben ik daar weg gegaan omdat mijn ouders me er van verdachten op moord terwijl ik er helemaal niks mee te maken had. Ik was dertien jaar oud toen dat verhaal naar boven kwam. Heeft een jongen van dertien wel het lef om iemand te vermoorden? Misschien wel, maar ik zeker niet. Toch dachten zij dat ik de jongen had vermoord omdat ik boos op hem was. Maar ik had er niks mee te maken. Op de dag van het ongeluk had ik de jongen niet eens gezien. Maar omdat ik geen alibi had verdacht iedereen mij. Een jaar later liep ik weg. Ik kon het gezeik van mijn ouders niet meer aan. Mijn ouders spraken nooit meer tegen mij en als we door het dorp liepen moest ik ver achter ze lopen omdat mijn ouders zich eigenlijk voor mij schaamde.
Ik ging overal en nergens rond zwerven. Meestal werd ik verjaagd waardoor ik weer verder moest trekken. Toen ik in Araluen aan kwam namen ze me na een paar dagen gevangen. Dat kwam omdat ik in een herberg sliep en uiteindelijk niet kon betalen toen ik weg wilde.
Daarom zit ik nu hier al een week lang en schreeuwt elke dag een bewaker naar mijn hoofd. Hoe lang zouden ze me nog vast houden? Sinds de strijd met Morgarath zijn de bewakers een stuk strenger geworden. Ik denk als ik vijftien jaar eerder was gekomen ik hoog uit twee dagen hier zou moeten blijven, maar dat ze me dan weer vrij zouden laten.
Rond de middag komt er opeens en bewaker naar me toe. Hij begint niet te schreeuwen, maar doet een voorstel; ‘Zo jongenman, begint het je hier al te vervelen?’ Vraag hij. Ik zeg niks. Alles wat ik zeg kan fout zijn, maar toch ben ik wel nieuwsgierig naar wat hij te vertellen heeft. Niemand hier had nog wat anders gezegd tegen me dan dat ik wakker moest worden en dat er eten was.
Vol spanning wacht ik tot hij verder gaat met praten. ‘Ik wil een voorstel doen. Ik laat je vrij als jij Morgarath gaat bespioneren. Oh en denk dan maar niet dat je zomaar weg kan lopen. Wij zullen weten of je nog met de klus bezig bent of dat je er geen zak aan doet. We verwachten om de twee maanden een brief van je via een duif.’ Ik denk even na. Maar dan kunnen ze me net nu dood neer schieten. ‘Maar dat overleef ik niet.’ Zeg ik. ‘Niet als je het slim aanpakt. Als hij je niet ziet of jij zijn vertrouwen wint dan heb je nog best aan kans.’ Het is even stil. ‘Je mag hier ook best blijven hoor, maar dan zit je hier nog wel een tijdje.’ Het is nog even stil. Wat moet ik doen? Ik wil hier ook niet blijven. Maar als ik Morgarath ga bespioneren is er een grote kans dat ik het niet overleef. Maar het is toch ook wel weer een uitdaging.
‘Oké, ik doe het.’

Arlyn Bower. (PS. alleen Wilhelmien weet van het verleden van Peter/Alexander)

Niks verslaat wakker worden door het gekling uit de smederij. Nu weet ik zeker dat er al iemand is, dus dat ik het vuur niet hoef aan te maken en me niet in het zweet hoef te werken met de blaasbalg. De blaasbalg een grote soort zak die je omhoog en omlaag trekt, zodat er lucht in het vuur wordt geblazen en het heet genoeg wordt om ijzer te smelten. Ik heb mijn eigen kamer, omdat we een groot huis hebben, maar ook omdat ik maar 1 broer heb. Dus ik zet mijn beide voeten uit bed, een gewoonte van mij, omdat mijn vader altijd flauwe grappen maakt en vraagt 'met je verkeerde been uit bed gestapt?' en nu doe ik het met beide. Dus altijd met de 'goede' en de 'slechte' tegelijk. Ik trek mijn werkkleding aan en loop de overloop over naar Hergen's kamer. De deur staat open en er ligt niemand in het bed, Hergen is dus al in de smederij bezig. Als hij maar niet mijn schort heeft gepakt! Beneden heeft mijn moeder ontbijt neergezet en ze zit zelf te eten met vader. Onze werkster, zoals vader haar noemt maar ze is gewoon een soort slaaf, Marie, maakt meestal eten en maakt alles schoon. Gelukkig maakt ze ‘s ochtends altijd warme melk dus ik giet snel een beker vol voordat het te veel afkoelt. Het warme romige brouwsel verwarmt mijn vingers en ik begin te eten nadat ik mijn ouders goedemorgen heb gewenst. Ook al zijn we best vooruitstrevend en modern, ik bedoel maar: een vrouwelijke smid zie je niet veel, moet ik wel U zeggen en natuurlijk netjes doen. Dus ik schuif snel mijn ontbijt naar binnen en blijf zelfs vader voor. Tot mijn opluchting heeft Hergen mijn schort niet gepakt en ik knoop het snel vast achter mijn rug. We hebben geen vaste schorten, maar deze heb ik gekregen toen ik als leerling kwam in de smederij, toen was hij nog van nieuw vers leer, mooi en glimmend, maar inmiddels zitten er schroeivlekken en een paar scheuren en krassen in. Hij heeft daarin tegen wel mijn favoriete hamer gepakt en ik pak degene die Richard vaak gebruikt. Samen met mijn vader en Hergen werken ook nog Richard en John in onze smederij. John is de nieuwste leerling, en ook al heb ik gesmeekt om een ander meisje wilde mijn vader per se John erbij, hij beloofd me wel dat zodra ik ben afgestudeerd er een nieuw meisje bij zal komen. Richard is een paar jaar ouder dan Hergen en woont in een herberg, omdat hij spaart voor een huis. Dus hij is altijd iets later.
Als ik de smederij binnenkom staat Richard, tot mijn verbazing, al met de blaasbalg te pompen en Hergen het tweede vuur aan te maken. We hebben meerdere vuren en aambeelden omdat we heel veel zwaarden produceren voor Morgarath. De meeste zijn zonder opsmuk heel simpele zwaarden, dus we kunnen we meer maken dan een normale smid. Maar soms krijgen we ook opdrachten voor de overgebleven adel, en de officieren van de Zwarte Heer, zoals Morgarath zichzelf door iedereen laat noemen. Dan mogen we langer doen over een zwaard, dat dan ook kwalitatief beter is, soms zelfs met edelstenen of goud. Richard en ik hebben ook een afdeling met harnassen, maar alleen de speciale op maat gemaakte, en die worden niet vaak bestelt dus daar zijn we niet veel tijd aan kwijt. Vader komt ook binnen en begint orders uit te delen, dat haat ik, hij denkt dat hij de baas is en dat is hij ook wel, maar ik vind het toch vervelend. 'Ar? Arrie?' roept hij naar mij. 'Ja?' vraag ik, hopend dat hij me niet het derde vuur aan laat maken. 'Maak het derde vuur aan!' Ik zucht, maar niet hoorbaar en ga naar de houtkamer, waar we het hout bewaren. De houthakkers staan al vers hout in te laden, dat doen ze iedere ochtend omdat we iedere dag heel veel hout gebruiken. Ik pak een te grote stapel houtblokken en laat er eentje vallen. Phil, een jongen die heel vaak hout brengt raapt het voor me op en geeft het aan. 'Dank je.' zeg ik afwezig, ik weet dat hij zich bezig houdt met het verzet. En ik weet dat hij weet dat ik ook niet erg fan ben van Morgarath. 'Heb je het al gehoord?' fluistert hij terwijl ik probeer een betere grip te krijgen op de houtblokken en ik schud van nee. 'Ze hebben ze gevonden...' Ik kijk hem vermoeid in de ogen. 'Wie hebben ze gevonden?' Hij kijkt om zich heen of er niemand is die ons kan horen en ik probeer haren uit mijn gezicht te blazen. 'In Skandia! De Grijze Jagers!' fluistert hij vol glorie en ik laat alle houtblokken uit mijn handen vallen. Dit moet vader weten.
~I felt lost, 'til I met you~

Anna
Site Admin
Berichten: 11
Lid geworden op: 31-10-2013 17:24

Bericht door Anna » 05-11-2013 14:02

Schrijven we alleen hier verder? Of op beide sites? Want we zijn al begonnen toch? of pas deze zaterdag?

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 05-11-2013 17:31

Ik denk dat we beter gewoon hier kunnen doen ?
het was toch al begonnen ?

Anna
Site Admin
Berichten: 11
Lid geworden op: 31-10-2013 17:24

Bericht door Anna » 05-11-2013 17:53

Arlyn Bower.
Smederij de Hamer.


Wat niemand, op een paar mensen waar we die zaken mee doen, is dat we ook zaken doen met het verzet. We maken dan wel veel wapens voor Morgarath, maar hij is tevreden met slechte kwaliteit stalen zwaarden. We maken ze stiekem een klein beetje slechter door een kortere angel of een beschadigde pareerstang. Aangezien veel adel ondergedoken of dood is, moesten we toch de zaak lopende houden. Dus we maken betere kwaliteit wapens voor het verzet, harden staal, of soms zelf brons of zilver. John is nauw betrokken met het verzet en heeft broers die dat ook zijn. Ik weet het niet zeker, maar dat is denk ik de rede waarom vader hem er graag bij wilde. Als een soldaat met een beter wapen tegen een zwaard van een wargal slaat, blijft het vast zitten omdat het metaal veel minder hard is, of het kan zelfs breken.
Dus zodra ik de blokken hout heb laten vallen ren ik naar mijn vader. 'Vader! Ze hebben Grijze Jagers gevonden in Skandia!' fluister ik, ietsje harden dan gepland. 'Ze hebben wat?' vraagt hij vol verbazing. 'Ze hebben Grijze Jagers gevonden in Skandia!' zeg ik. Zijn ogen worden groot een er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. Er waren geruchten dan sommige Grijze Jagers waren ontkomen na de desastreuze laatste verldslag, en dat ze gevulcht waren naar Hibernia of Skandia. Gelukkig zijn de geruchten waar! Voor de meeste mensen die nog trouw zijn aan de koning, die wel dood mag zijn, maar zijn dochter leeft nog(als het goed is), zijn de Grijze Jagers de laatste hoop. 'Dan moet de prinses daar ook zijn!' zegt hij, alsof hij mijn gedachtes kan lezen. Uit enthousiasme geef ik hem een knuffel, we zijn niet zo'n knuffel gezin, maar nu heel even wel. 'Hier ga ik even over nadenken...' mompelt hij als we loslaten. 'Wil jij John even helpen met zijn nieuwe idee?' Ik knik bevestigend. John is degene met de nieuwe ideeën, en sommige zijn nogal achterlijk, maar sommige zijn ook geniaal. Ik ruim eerst slen even de houtblokken op, en merk dat Phil al weer weg is, en dan maak ik ook snel nog even het vuur aan wat mij bevolen was te doen.
John glimlacht als hij mij aan ziet komen en pakt snel de tekening waarvan ik verwacht dat daar het idee op staat. Hij laat mij een tekening zien van een mes aan een handschoen waar je mensen heel gemakkelijk de keel mee moet gaan afsnijden. Ik begin er aan na de middag pauze, zeg ik tegen mezelf. Eerst moet ik nog de laatste hand leggen aan het Leeuwenhart-zwaard. Het is voor de man die in het grootste huis van het leen woont. Hij heeft ook 4 vrouwen en een heel leger kinderen. Zijn zwaard heeft nog een handvat nodig en decoraties, die ik nooit doe, maar overlaat aan Richard of Hergen. Ik begin er snel aan want vanmiddag komt er al iemand om het op te halen. Hergen stapt op me af net als ik net begonnen ben aan het handvat. 'Ar?' schreeuwt hij en ik hoor hem amper omdat ik bezig ben. 'ARLYN?!' en ik laat van schrik het stuk gloeien heet ijzer vallen. 'Wat?' roep ik gefrustreerd en boos. 'Wij moeten vanmiddag meteen beginnen aan een zwaard voor de Baron van karwij.' zegt hij en ik zucht. 'Maar ik moet John al helpen?' Hij schud zijn hoofd. 'Jammer dan, hij wil het morgen al komen halen.' Morgen? Dat is wel heel snel... 'Hebben ze in karwij geen smid?' vraag ik me hardop af en Hergen lacht. 'Dat vroeg ik me ook al af, maar niet meer, de beste man zat in het verzet en is onthoofd afgelopen week.' Ik slik, het moet dan maar.

*hint hint Yvanka Maaike hint hint*

Anna
Site Admin
Berichten: 11
Lid geworden op: 31-10-2013 17:24

Bericht door Anna » 05-11-2013 18:47

Als er iemand trouwens een beter idee heeft hoe mijn smederij kan heten, graag. Ik kwam niet verder dan 'de hamer' en dat is nogal saai.

Isis (Islington)
Site Admin
Berichten: 93
Lid geworden op: 31-10-2013 16:53

James Uglilly

Bericht door Isis (Islington) » 05-11-2013 22:03

James Uglilly
Onderweg

'Uglilly, wordt eens wakker!' Zijn aandacht verplaatste zich van de rand van het bos naar Brandit. De drie andere jongens maakten een grommend geluid dat lachen voor moest stellen. 'Jongens, kappen.' zei Evan na een tijdje. Hij was de slimste van het groepje, na James. James voelde zich alleen nooit echt deel van het groepje, dus was Evan de slimste. 'We komen zo bij de stad Noordam. We schijnen langs een smidse te moeten die "De Hamer" heet, omdat daar nieuwe wapens voor ons klaarliggen.' James veerde even op bij het horen van "smidse". 'Wat een onzin, we hebben al zwaarden. En op James ga ik niet wachten.' zei Brandit, en hij lachte onbenullig. Roy volgde zijn voorbeeld. Evan en James zwegen, en na een tijdje vielen de andere twee jongens weer stil. 'Is dat het?' vroeg Roy uiteindelijk aan Evan, wijzend naar een paar houten huizen, een eind verderop. Evan knikte. De jongens gingen over in galop om sneller in het stadje te zijn.

'Meneer, kunt u ons vertellen waar De Hamer is?' vroeg Roy brutaal aan een man die met zijn armen vol hout een achtertuin in wilde lopen. 'Als je even omloopt ben je er. Ik heb liever niet dat mensen naar mijn winkel komen door mijn achtertuin.' Hij had een vrolijke twinkeling in zijn ogen, en James mocht hem meteen. 'Excuus.' zei hij dan ook, en hij gaf zijn paard nogmaals de sporen. De andere drie jongens volgden, duidelijk met tegenzin. Even later klopte Evan als eerste aan bij de voordeur van de smidse. James kreeg onmiddellijk heimwee toen hij de geuren uit de smederij rook. Er werd open gedaan door een stevig gebouwde jongen die aardig leek op de man uit de achtertuin. 'Jullie zoeken vast mijn vader.' zei de jongen, en de deur zwaaide verder open. James stapte onmiddellijk naar binnen, en keek rond. Hij herkende de werktuigen op de werkbanken, de stapels metaal, de enorme vuren die brandende werden gehouden door middel van blaasbalgen... Hij moest de neiging onderdrukken om een wat zwakker vuur aan te blazen. Met tegenzin volgde hij de man van de achtertuin, die naar een grote houten kist liep, gevuld met zwaarden. James zag meteen dat het bagger was. 'Wow, die glimmen veel meer dan mijn zwaard!' brulde Brandit, en hij griste een zwaard uit de kist. Roy volgde meteen zijn voorbeeld. 'Moeten we onze zwaarden ruilen?' vroeg Evan. De man met de glinsterogen knikte. 'Jullie oude zwaarden kunnen in die bak daar.' zei hij, en hij wees naar een tweede houten kist waarin enkele doffe zwaarden, dolken en bijlen lagen. James bleef doodstil staan terwijl Brandit, Roy en Evan hun zwaarden en dolken inleverden. 'Moet jij niet knul?' vroeg de man uit de achtertuin. James schudde zijn hoofd. 'Wie zijn dat pap?' vroeg een meisje dat net met een gloeiend zwaard richting een bak water liep. 'Enkele rekruten van de Zwarte Heer waar we nu aan leveren.' antwoordde de man. James meende een heel klein beetje verachting in zijn stem te bekennen, maar hij negeerde het. Hij had het zelf ook niet zo op Morgarath. Hij zag nu dat het vuur waar het meisje vandaan kwam niet zo lekker liep. 'Nat hout?' vroeg hij daarom. Het meisje keek niet op, maar knikte. James liep tussen enkele werkbanken door naar het vuur. 'Wat doe je knul?' vroeg de man uit de achtertuin, tevens de vader van het meisje. 'Ik weet wat ik doe meneer, ik ben tweedejaars smidseleerling.' Met krachtige beweging pompte hij de blaasbalg een paar keer op en neer, zodat het vuur niet te zwak zou zijn als het meisje straks terug kwam om het zwaard weer te verhitten. 'Dat kan ik zelf wel hoor.' katte het meisje. Ze vond het niet leuk dat de jongen dacht dat ze te zwak was om de blaasbalg te bedienen of zoiets. 'Geloof ik best, maar het spaart je tijd.' antwoordde James. Het meisje kwam met een nors gezicht weer aanlopen. 'Hou maar op met blazen, anders brand ik mijn vingers.' zei ze. Een beetje terneergeslagen dat zijn werk niet gewaardeerd werd, liet James los. Toen hij zich omdraaide zag hij echter dat zijn reisgenoten verdwenen waren. Hij rende naar buiten, en zag dat de paarden net buiten het stadje reden richting het kasteel, (dat enkele kilometers verderop lag), met hoog tempo. Hij telde twee, drie, vier paarden. James vloekte kort, en liep toen weer naar binnen. Hij moest even zitten. Zitten en nadenken.
~I felt lost, 'til I met you~

Anna
Site Admin
Berichten: 11
Lid geworden op: 31-10-2013 17:24

Bericht door Anna » 07-11-2013 16:59

Arlyn Bower.
Smederij de Hamer.

'Ze hebben je wat?!' stort ik uit, want de soldaat van daarnet zei iets waar raar klonkt, dus ik neem aan dat ik het verkeerd verstaan heb. 'Uh,' begint hij, 'ze hebben me achter gelaten.' het is de jongen, wiens naam ik niet weet, maar ik herken hem als de jongen die niet zijn zwaard inwisselde, en aan mijn blaasbalg zat. De soldaat die ook smidsleerling is. 'Wie hebben je precies achtergelaten?' vraag ik, want eerst had ik hem helemaal niet zien zitten in het houthok. Ik had aangenomen dat ze al vetrokken waren. De jongen legt zij handen over zijn ogen en zit een beetje ingedoken. 'Nou de 3 mannen waarmee ik gestationeerd zou worden in een dorp, maar ze zijn ervandoor zonder mij en met mijn paard.' Ik zucht, denkend aan het werk dat ik nog moet doen. 'Heb je ze boos gemaakt?' vraag ik, misschien moet ik vader even roepen, maar ik zie hem zo snel niet, alleen Hergen en John zijn nog in de buurt. 'HERGEN!' roep ik en hij komt aanlopen nadat hij het zwaard waar hij aan werkt in het vuur heeft gelegd. 'Wat?' vraagt hij, als antwoord en ik kijk hem aan, want het is een domme vraag. 'Zie jij iemand die hier niet hoort?' vraag ik, retorisch. Hij kijkt de soldaat aan en prikt met zijn vinger tegen zijn middenrif. 'Deze jongen hier Arlyn, maar wat is er met hem?' vraagt hij aan mij en glimlacht een beetje, hij heeft de soldaat vast al wel herkend. 'Nou deze jongen is achter gelaten, door zijn groepje soldaten, en nu staat hij hier wortel te schieten.' zeg ik, en probeer mijn lach een beetje in te houden. 'Oh dit is de smidsleerling van daarnet? Van die jongens die hun zwaarden inleverde voor tandenstokers? Die jou probeerde te helpen? Díé jongen. Hmmm.' ik kijk Hergen aan en hij lijkt nu eindelijk door te hebben waar ik op doel, ik knik en pak een schort van de muur met haken, die daar bedoeld voor zijn. 'Nou dan kerel, je kan omgaan met hamers en we hebben nog genoeg werk, jij bent aangenomen voor vandaag!' zegt Hergen en de jongens ogen worden groter terwijl ik een schort naar hem gooi, dat hij net weet op te vangen.
'Ga Arlyn maar helpen!' zegt Hergen tegen de jongen als hij achter hem aan loopt. Mooi, denk ik, er zijn nog wel wat rotklusjes te doen. De jongen bindt zijn schort voor en kijkt mij verwachtingsvol aan. 'Nou Hup! Waar wacht je op? Ga hout halen, zoek een hamer en een tang en aan het werk! Dit is niet de eerste keer in een smederij mag ik hopen.' mopper ik op hem, omdanks dat hij nog niks fout heeft gedaan. Hij kijkt mij recht in mijn ogen en ik zie een hele licht baardgroei, hij is niet lelijk en nu nog relatief schoon. 'Ik heet James trouwens.' zegt hij en weet nog niet dat hij aan het einde van de dag heel wat minder mooi zal zijn.

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 09-11-2013 11:39

hint hinK Yvanka
hahahah HINK
lol

Jonathan Leeuwenhart.


Ik zucht, en leg mijn boek over de voorste hersenkwab weer aan de kant. Ik kijk geërgerd naar de kinderen die elkaar bijna de hersens inslaan. Elke keer weer vechten ze, en ik ben altijd degene die ze moet laten stoppen.
Ik haal diep adem en probeer mezelf te beheersen. Ik loop naar de 5 kinderen toe, en duw ze de deur uit terwijl ik blijf herhalen dat ze niet moeten vechten.
Ik doe de deur weer dicht en hoop dat ik eindelijk een keer rust heb in mijn "eigen" kamer.
In dit huis moet bijna iedereen z'n kamer delen, en ik ben de enige met een eigen kamer, omdat ik al groot en oud ben. Daarom wordt er ook van mij verwacht dat ik wel op de kinderen let. Maar hé, 34 kinderen, ik kan niet omgaan met kinderen.
Ik sla mijn boek weer open, en vrijwel meteen daarna wordt er op de deur geklopt.
Ik doe mijn boek weer dicht en roep op mijn allerweifigste stem "Binnen"
De deur gaat open en mijn vader komt binnen.
"Je moet nu mijn nieuwe zwaard ophalen bij die smid van de hamer, je weet wel, die ouwe. Ik heb hem morgen nodig, en ik wil het beste van het beste zwaard."
Ik rol met mijn ogen. Hij noemt die smid altijd ouwe, maar zelf is hij veeeeel ouder.
"Komt goed, pa." en met die woorden vertrekken we allebei naar buiten.
Voor ik op pad ga, ga ik nog even langs bij Martha de kokkin in dit huis. Ze maakt altijd overheerlijke broodjes, en ik neem er een met kaas en jam mee.
Dan loop ik naar de smid toe. Daarvoor moet ik bijna de hele markt over, maar dat vind ik niet erg. Want ik hou wel van gezelligheid enf eestjes.
Ik loop de smid binnen en zie dat iedereen hard aan t werk is. Ik besluit gewoon te gaan staan in het midden van de kamer en te wachten tot iemand me aanspreekt.

Alsodef
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 23:27

Bericht door Alsodef » 17-11-2013 12:53

Rath van Gorlan

Kasteel Gorlan, 4e maand van het 15e jaar van Morgarath (April, Morgorath won de oorlog omdat Halt`s paarden niet over het bevroren water konden, -Januari-)

We Are There! Behind Every Good ADC. We Are There. [...] The fear of my Blitzcrank hooks will only be matched by the fear of my cupcake-magic. My ADC will feel like he`s in heaven because of my support. [...] I want you to go to any game, and say in chat: I AM SUPPORT!! ~SivHD



Ik zat met mijn voeten over de grote muur heen naar de vlaktes te staren. In een omtrek van zeker twee kilometer waren alle bomen omgehakt. De zon zou straks opkomen, en dat was het beste moment van de dag. Ik kon best veel verdragen, maar het hofleven was soms extreem vermoeiend. Ik was omringt door Ja-knikkers. Ze deden precies wat ik wou, en probeerden mij stuk voor stuk te manipuleren. Misschien was dat de reden dat ik zo van mijn oom hield. Durzo was een geweldige gozer, en een nog veel betere leraar. Naast het hofleven, en hoe dat te gebruiken in je eigen voordeel, had hij me ook al vanaf mijn 4e geleerd te vechten. Durzo stond naast me over de vlaktes uit te kijken. Ik wist niet waar zijn gedachten waren, maar die waren beslist niet hier. Over twaalf dagen was ik jarig, dan zou ik dit hele kasteel erven, aangezien mijn vader als koning in Araluen zetelde. 'Durzo?' Hij keek naar mij toe. 'Ja Rath, wat is er?' 'Kan jij mijn paard zadelen? Ik ga even ergens rommel schoppen...' Hij knikte en vroeg mij of ik wapens mee wou nemen. Ik gebaarde naar mijn riem, waar mijn dolken en een Vollemaanzwaard aan hingen. 'Heb ik al, en in het bos pak ik nog een deel van de rest van mijn wapens mee.' Hij knikte en liep naar onze privéstallen.



Bijtje was blij ons te zien. Ik houd van paarden, ze zijn veel beter om mee te communiceren dan heel veel mensen, zeker de mensen die hier aan het hof woonden. 'Zal ik meegaan?' vroeg Durzo. Ik schudde mijn hoofd, 'Ik ben maar even weg denk ik, en in ieder geval voor mijn erving thuis. Er moeten hier wat dingen stellig veranderen.' Ik besteeg Bijtje en vertrok de poort uit, een knikje gevend aan Jonas, de poortwachter die momenteel dienst had. Hij knikte terug en keek mij na. Durzo was weer naar binnen gegaan, en ik reed over de weg richting tussen de bossen door.



Zodra ik de eerste paar kilometer had afgelegd, en niet meer te zien was vanuit het kasteel draaide ik Bijtje een ander klein bospaadje op. Zachtjes neuriede ik een paar van de liedjes die Durzo me geleerd had. Regen van Redmont was een prachtig lied over de tragische oorlog tussen mijn vader en Duncan. Het was het populairste lied onder het verzet, en als mijn vader het in zijn omgeving hoorde werd de zanger op verschillende en bijzondere manieren gestraft. Aan het einde van het bospad lag mijn hut. Hierin lagen mijn geheime spullen, brieven en wapens. Ik steeg af en gaf Bijtje een appel. Ze brieste om meer, maar ik schudde mijn hoofd. 'Zodadelijk meisje. Ga maar wat grazen ofzo.' Ik deed haar bit uit en keek hoe ze naar het grasveldje naast mijn hut liep. Ik opende de deur en stapte naar binnen. Diep snoof ik de geur op. Ik denk dat de geur één van de redenen is dat ik hier graag ben. Het ruikt veel fijner dan in een bedompt en donker kasteel. Ik hing mijn mantel aan een haak en gespte mijn zwaard af. Ik trok mijn schoenen uit en liep op mijn sokken door het huis heen richting de slaapkamer.

Ik graaide met een hand onder mijn bed op zoek naar een koffer. Toen ik deze voelde trok ik hem onder mijn bed uit. Ik legde de koffer op mijn bed en opende hem. Een grote, glanzende, houten boog kwam tevoorschijn. Ik sloeg er enkele malen mee om mij heen, hij was nog steeds soepel. Met enkele snelle bewegingen lukte het me om hem te spannen. Hierna controleerde ik de pijlen. Er waren drie pijlen waar wat roestvlekjes op zaten. Kennelijk was niet al het bloed eraf gewassen. Ik haalde hier vlug een slijpsteentje langs. Haastwerk, maar het moest zo lang maar even. Ik legde de pijlen naast de boog op het grote tweepersoonsbed en haalde het laatste voorwerp uit het koffertje. Dit was een geschenk van Durzo geweest, die het op zijn beurt had gekregen van een oude vriend. Een oudere jager van het leen Redmont. Het was een jeugdvriend van Durzo geweest. En ook later nog. Durzo vraagt zich nog elke dag af wat er met hem gebeurd is, na deze oorlog. De mantel die ik nu voor me had zou onmiddellijk herkent worden als een Jagersmantel, daarom had ik deze op mijn reizen altijd bij me, maar nooit aan. Het kon echter vaak gebruikt worden om op bepaalde plekken binnen te komen, zeker in combinatie van de grote boog. De mantel wierp ik in mijn reistas.
Hierna ontspande ik de boog en legde deze naast mijn pijlen op de tafel in mijn woonkamer. Eigenlijk zo ik moeten inschieten en oefenen, maar vandaag had ik niet heel erg veel tijd. Ik wou het liefst op pad gaan.

Mijn zwaard hing op mijn rug, net als mijn pijlen, mijn boog hing in twee hengsels aan mijn zadel, mijn dolken hingen over mijn borstkas en aan mijn gordel, mijn eigen glanzende zwarte mantel hing om mijn schouders. Bijtje stond te trappelen om te gaan, net als ik. Toch was er nog één ding dat ik moest doen.

Ik liep naar een duiveltil achter mijn huis. Tot mijn verassing zat er inderdaad een extra duif. Dit hoefde niks te betekenen, het kon een gewone duif zijn. Maar eigenlijk hoopte ik op een bericht. De duif had inderdaad een briefje om zijn poot zitten. Snel haalde ik deze uit de koker en rolde het kleine briefje uit.
Rath,
De situatie hier wordt zo langzaamaan hachelijk. Skandia is constant in oorlog, en in het westen ruiken ook de stammen uit het Sonderland bloed. De handelaren willen wraak voor alle jaren van plunderingen. Op het front met je vader is het vrij rustig. Hij heeft waarschijnlijk weinig schepen over na de laatste zeeslag. Echter, Skandia raakt zijn soldaten beetje bij beetje kwijt, en de Wargals en huurlingen van je vader zijn vrijwel oneindig. Mijn adviseurs hier stellen voor om het gevecht naar Araluen te brengen, maar dat zou voor hen leiden tot een regelrechte nederlaag. Ik heb geen idee hoelang de verdediging van deze Noormannen nog stand kan houden. Maar zover genoeg over mijn zorgen. Hopelijk gaat het met jou goed, en verloopt je overerving van Gorlan gunstig. Bijgesloten vind je één van mijn zegelringen waarom je gevraagd had. Zorg er alsjeblieft voor dat deze niet in verkeerde handen valt.
Groet,
Je prinses.


Ik rolde het briefje dicht en pakte de duif opnieuw. Onder zijn veren zat inderdaad een zegelring. Ik haalde het touwtje van zijn lichaam af en bestudeerde het zegel. Ik liep naar binnen en zette het stempel in de was en drukte het op een papier. Het briefje verborg ik in een loden kistje, dat ik terug legde op zijn bergplek. Daarna leerde ik het stempel uit mijn hoofd, iets dat mij dankzij de lessen van Durzo slechts een paar minuutjes duurde. Toen ik zeker wist dat ik elk detail uit mijn hoofd kende hing ik de zegelring aan mijn ketting en stond ik op.

Bijtje stond gezadeld en wel klaar wat te grazen. Ik klikte haar bit vast en steeg op. 'Wel, laten we gaan meisje.' Sprak ik tegen haar. Daarna gaf ik haar ene klein tikje tegen haar ribben. We vertrokken. De wijde wereld in.
En moge de kansen immer in uw voordeel zijn, maar als je spelletjes om tronen speelt met mij, sterf je, maar niks is waar en alles mag, zolang je maar niet passeert, want dat mag niet Dovakhiin... - Hoge Koning Feorlas I, Een zin over de Zin van Fantasie.

Plaats reactie