Rise of the Rangers (RoR)

Hier kunnen we alle al gemaakte verhalen in zetten
Alsodef
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 23:27

Bericht door Alsodef » 14-12-2013 12:55

Rath van Gorlan
On the Road


The end? No, this is just the beginning... - Nashan Havikszwaard

Op mijn rug staarde ik naar de sterren. Ik had het kamp van de rovers in gebruik genomen.
Op de achtergrond hoorde ik het grazen van Bijtje, het geluid paste precies in de vredige omgeving. Correctie, de vredig klinkende omgeving. Op ongeveer vijftig meter afstand lag een stapel lijken, compleet ontdaan van hun waardevolle bezittingen en enige goede wapens of stukken uitrusting. De aanvoerder had een paard gehad. Dus die was nu beladen met de spullen van zijn eigen hoofdman en diens mannen. Het paard en de spullen zou ik bij een smederij afleveren. Ik droomde weg bij het gegraas van de twee paarden. Langzaam dommelde ik weg.

Bossen van Macindaw

Het schijnt hier te spoken, maar ik heb er heel weinig van gemerkt. Misschien komt dat ook omdat ik de trucjes ken. Malcolm, de "tovenaar" die hier woont, is al lange tijd een correspondentiepartner van mij. Hij stuurt mij recepten en kruiden uit het Noorden, ik stuur hem spullen vanuit het zuiden en uit het buitenland. Toen ik in de leer was bij de baron van het leen Noordam waren ik en Yasuo vaak de bossen bij Mackindaw in gegaan. De extreme verboden die de wijlen baron ons op had gelegd maakten het alleen maar leuker. Yasuo was nu de baron van Noordam, en ik was benieuwd of hij me nog zou herkennen. Hoewel we waarschijnlijk allebei heel erg veel veranderd zijn, zullen de banden van vijf jaar diepe vriendschap niet zomaar verdwijnen. Elkeweg, we waren vaak genoeg de bossen in gegaan om Malcolm en zijn patiënten te ontmoeten. En om te ontdekken dat het daar niet spookte. Malcolm had destijds Yasuo genezen van een nare ontsteking boven zijn oog, en voorkomen dat het blind zou worden. In ruil daarvoor leverde Yasuo nog altijd wekelijks voorraden aan de mensen in het bos. In de verte zag ik een lichtje. Het bewoog op en neer, net als alle andere spooklampen in dit bos. Ik gaf Bijtje een tikje en we stapten het donkere bos in.

'Rath, welkom jongen.' zei Malcom zodra ik de grote open plek in zou stappen. Hij was in de verste verte niet verbaasd, maar dat had ik eigenlijk ook niet van hem verwacht. Ik sprong van mijn paard af en omhelsde hem. Daarna begroette ik Trobar, een reus van ongeveer twee meter lang, en minstens zo breed... Ik maakte het bit, zadeltassen en het zadel los van Bijtje en liet haar los. Ze zocht een plekje en begon te grazen. Uit de zadeltassen haalde ik de pakketten voor Malcolm, en ontving tegelijk de mijne. Nadat ik deze in mijn zadeltas had gestopt gebaarde Malcolm mij te gaan zitten. 'Dus, wat brengt je naar het Noorden? Zo ver weg van de landerijen die vanaf morgen officieel van jou zijn?' Ik grijnsde, 'Verveling, en de zin om wat rotzooi te schoppen ergens. En de zwaarden en andere spullen die ik moet afleveren. En daarover, weet jij hier in de buurt een smederij? Of moet ik daarvoor naar Noordam?' Malcolm schudde zijn hoofd en knikte tegelijk. 'Daarvoor zul je naar Noordam moeten. Hier in Mackindaw is niks te vinden...' Ik knikte en wierp een blik naar de zon. Het was nog niet heel laat, dus ik zou nog makkelijk voor de nacht in kasteel Noordam kunnen komen.

En zo kwam het dat ik na de lunch bij Malcolm vertrokken was op weg naar Noordam. Nu keek ik vanaf een heuvel naar kasteel Noordam. Noordam is een hoog kasteel, niet zozeer groot. Eromheen liggen talloze boerderijen, en dichterbij het kasteel liggen de huizen en werkplaatsen.
Ik spoorde Bijtje aan en reed de openstaande poorten binnen. Het was wel bewaakt, maar er werd niet actief gecontroleerd, vanwege de relatieve vrede in dit deel van het land. Ik reed richting de stallen en huurde ene plek voor Bijtje, plus een zak haver. De staljongen nam haar mee nadat ik de zadeltassen voor ene deel had leeg gehaald. Ook het andere paard liet ik in de stallen zetten. De zadeltas met de wapens droeg ik mee terwijl ik richting de smederij ging die de staljongen mij had aangewezen.
Terwijl ik richting het centrum van het dorp liep kwam er een gezelschap bestaande uit vier wachters en een adellijke dame langs mij lopen. De wachters hadden de nodige bloedspetters op hun uitrustingen. Ook de vrouwe had een dolk aan haar gordel hangen, en deze was meerdere keren gebruikt. De achterste wachter zag mij staren en gaf mij een duw opzij, terwijl hij schreeuwde dat ik wat meer respect moest tonen voor de jonkvrouw van Karwij. Ik zag er in nogal beslommerd uit met mijn bruine jas en versleten tas. Daarnaast waren mijn wapens verborgen onder diezelfde kleding. De wachter liep weer door zonder mij nog een blik te gunnen, en waarschijnlijk had hij niet eens goed naar mijn gezicht gekeken. Ik weerstond de neiging om mijn dolk in zijn keel te duwen, aangezien hij alleen maar zijn werk deed, en ging verder richting de smidse.

- Well, now I kinda gotta gow, there my mom is calling, but I hope I can finish it this afternoon. -
En moge de kansen immer in uw voordeel zijn, maar als je spelletjes om tronen speelt met mij, sterf je, maar niks is waar en alles mag, zolang je maar niet passeert, want dat mag niet Dovakhiin... - Hoge Koning Feorlas I, Een zin over de Zin van Fantasie.

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 15-12-2013 19:39

Jonathan Leeuwenhart.
Ik heb het zwaard opgehaald , en ben van plan er eerst nog even mee te oefenen voor ik het aan mijn vader geef. IK loop door donkere steegjes, naar het bos. Eenmaal daar zoek ik een geschikte boom uit om op in te gaan hakken.
Ik weet niet wat me bezielde bij de smid, maar ik was misschien iets te open over mijn witheid. Het is in deze tijden niet slim om al te duidelijk te laten merken dat je wit bent. Maar ik werd geërgerd door die jongen.
Ik hak in op de boom, en merk hoe fijn dit zwaard in de hand ligt. Het is perfect in balans, en je krijgt er geen moeie armen van. Ik ben zó druk bezig dat ik niet eens merk dat ik omsingeld wordt, door een onbekende groep mensen.
Ze vallen me van achter aan en ik probeer tegen ze te vechten met mijn zwaard. Ik besef me dat ik geen kans maak en laat het zwaard langzaam op de grond zakken. Daarna steek ik mijn handen in de lucht, en nemen ze me mee naar hun kamp.
In het kamp is alles wit. Nu ik erop let, zijn de mannen ook wit gekleed, en hebben ze allemaal blond haar. Ik besef me dat ik in het kamp van de witten ben.

PAMPAMPAAAAAAM

Captain Reddish
Berichten: 23
Lid geworden op: 31-10-2013 18:00

Bericht door Captain Reddish » 15-12-2013 19:44

"Kamp van de Witten"... would you be so kind to explain?
#SaveTheDay
#SherlockLives
#RavenclawPride

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 15-12-2013 20:23

Lees anna dr stukje over witten en zwarten ze schrijft:
Mensen die zwart zijn steunen mirgarath en mensen die wit zijn zitten in het verzet

Captain Reddish
Berichten: 23
Lid geworden op: 31-10-2013 18:00

Bericht door Captain Reddish » 15-12-2013 21:38

Ah, ik had blijkbaar een stuk overgeslagen.
#SaveTheDay
#SherlockLives
#RavenclawPride

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 15-12-2013 21:39

Hahahahahahaha okay
Maakt niet uit hoor xd

Alsodef
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 23:27

Bericht door Alsodef » 19-12-2013 14:02

Rath van Gorlan
Noordam, Smederij De Hamer

“One should never wander to far off the walking route” –Feorlas de Overleveraar

“Sky Above, Voice Within.” - Arngeir


De groep soldaten ging de smidse binnen vlak nadat er een andere jonge kerel naar buiten was komen lopen. Hij zag er verzorgd uit, en bestudeerde zijn waarschijnlijk net gekochte zwaard. Binnen klonk een hoop geschreeuw van een wachter. Naast een hele hoop onduidelijk gebrabbel hoorde ik hem hard “Naam!” roepen. De smidsleerlinge riep hard “Arlin!” terug. Ik grijnsde en ging in de buurt van de smederij wachten op meer actie. Daarnaast was het momenteel te druk in de smederij, en als ik nu ook nog met mijn eisen naar binnen zou stommelen zouden de smid en zijn hulpjes zich absoluut geen raad weten. Er stonden meerdere vuren aan, wat duidelijk aantoonde dat ze het druk hadden. Maar dat was eigenlijk weinig nieuws, smidsen hadden het deze tijd eigenlijk altijd druk. Ik zag Arlin buiginkjes maken in de richting van de jonkvrouw. ‘Prinses Marina is hier om het wapen van haar vader op te komen halen. Is dat al klaar?’ vroeg dezelfde wachter die mij een duw had gegeven. Arlin schudde haar hoofd en slijmde bizar veel. ‘Nee meneer. Het zwaard moet nog zeker een paar uur afkoelen… Het spijt ons, maar het metaal wou niet goed mengen, en het zwaard was nog niet goed gehard.’ De wachter schreeuwde dat hij het er niet mee eens was, en dat ze dan maar beter hun best zouden moeten doen. Marina van Karwij –Ik herkende de naam.- schudde haar hoofd en zei zacht wat tegen de wachter. Ze stuurde hem naar buiten om de paarden te controleren of iets dergelijks. In ieder geval om hem weg te hebben. Ik besloot dat mijn achterste pijn begon te doen. Ik stapte vlak nadat de wachter om de hoek was verdwenen naar binnen. ‘Goedemorgen mensen, hoe gaat het u allen?’ sprak/riep ik. Vrouwe Marina keek om en zag een slodderige zwerver binnenkomen. Iemand met een redelijke hoeveelheid littekens en een bars gezicht. Het was daarom niet verrassend dat ze iets achteruit deinsde. Ook Arlyn was verbaasd, (Op sommige wapens in de smidse stond haar naam, die op de oude manier gespeld bleek) maar de smidse was blijkbaar één voor het gegoede volk. ‘Wat doe je hier? Alles hier is veel te duur voor je om te kopen!’ schreeuwde ze, waarschijnlijk vrezend voor de goede naam van haar smidse. ‘Ik kom hier slechts om wat dingen te verkopen, meisje.’ Ik gooide de zak met wapens op de tafel. Een duidelijk ijzerachtig geklingel –wat heel anders klinkt dan goud- liet er weinig twijfel over bestaan wat er in de zak zat. Arlyn knikte en ze trok de zak open. Ondertussen knikte ik naar Marina, ze snoof en keek weg. Ik had haar al een paar keer eerder ontmoet, als ze mij even had aangekeken zou ze weten dat ze eigenlijk niet weg zou moeten kijken. Arlyn knikte bedachtzaam naar de wapens, ‘Ja, dit is wel wat waard. Maar ik ben momenteel bezig met een andere en belangrijke klant. Dus kom morgen maar een keer terug.’ Ze draaide zich alweer naar Marina. ‘Ow, en er is nog iets. In mijn pantser zit een deukje, zou je dat eruit kunnen halen?’ Ik sloeg mijn jas uit en wees op een punt in mijn glanzende pantser, een pantser dat veel te duur zou zijn voor iemand van de klasse waarop ik op dit moment leek. Marina haalde haar wenkbrauwen op en bestudeerde mijn pantser en mijn gezicht wat nauwkeuriger. Ook Arlyn was verbaasd, maar eigenlijk nog wantrouwiger. ‘Waar heb je dat pantser vandaan? Het is veel te duur voor iemand als jou…’ Ik grijnsde. ‘Ik kom over een paar uur wel bij je terug, Arlyn, Vrouwe.’ Ik knikte en verliet de smederij, hen beiden in verbazing achterlatend.




Waar een tussenuur wel niet goed voor kan zijn...
En moge de kansen immer in uw voordeel zijn, maar als je spelletjes om tronen speelt met mij, sterf je, maar niks is waar en alles mag, zolang je maar niet passeert, want dat mag niet Dovakhiin... - Hoge Koning Feorlas I, Een zin over de Zin van Fantasie.

Isis (Islington)
Site Admin
Berichten: 93
Lid geworden op: 31-10-2013 16:53

RoR - James Uglilly

Bericht door Isis (Islington) » 20-12-2013 11:21

James Uglilly
Smidse "De Hamer"
3e dag van de 4e maand van het 15e jaar van Morgarath.

'Is het altijd zo druk?' vroeg de jongen aan Arlyn, toen ze even voorbij kwam om iemand er bij te roepen. 'Ja, elke dag. Daarom komt het nu ook zo onverwachts!' snauwde ze. James haalde zijn schouders op, en wilde net weer gaan pompen toen hij iemand voor het raam langs zag lopen die hij ergens van dacht te herkennen. Het gezicht zat onder de littekens en modder. Zo'n gezicht zou hij toch niet vergeten? Maar hij wist helemaal niet meer bij wie het hoorde. Zijn vader had het vast geweten, die kende alle rijke mensen, alle dorpsgenoten, alle klanten die ooit bij hem waren geweest... James kwam weer uit zijn gedachten, in de realiteit. Arlyn stond inmiddels met een keurig uitziend meisje te praten, Jonathan was verdwenen, en er kwam net iemand anders binnen. James besteedde geen aandacht aan de nieuwe bezoeker, omdat hij hem net nog gezien had: De jongen met de littekens. Terwijl James zich heel normaal gedroeg, en door ging met pompen, draaiden zijn hersenen op volle toeren. Wie was die jongen toch? Hij had wel wat weg van.. Maar dat kon niet! Zou het echt Rath zijn? De Rath die altijd bij zijn vader op bezoek kwam om wapens te verkopen en een kop koffie te drinken? James keek toe hoe de jongen die op Rath leek een leren zak op tafel gooide. Het was niet smijtend gooien, maar eerder met een voorzichtig boogje. Precies zoals Rath omging met wapens. En nu James beter keek, zag hij ook een borstplaat glimmen onder de vieze leren jas. James grijnsde, en met hernieuwde kracht pompte hij de blaasbalg op en neer. Als hij vrij kreeg van Arlyn, wist hij al wie hij ging bezoeken.
~I felt lost, 'til I met you~

Captain Reddish
Berichten: 23
Lid geworden op: 31-10-2013 18:00

Bericht door Captain Reddish » 28-12-2013 19:51

Oké mensen, ik heb hier een half stukje liggen voor Marina, maar ik heb een probleem en ik kan het niet afmaken voor ik er een oplossing voor heb. De trip van Karwij naar Noordam duurt zeker twee dagen, en ik heb eigenlijk niet zo veel zin om haar heel dat eind terug te laten rijden alleen maar voor een bewijs. Eerdat ze weer terug is in Karwij mét het zwaard is er dan bijna een hele week voorbij gegaan, en dat is me een beetje te lang.
Nog ideeën?
#SaveTheDay
#SherlockLives
#RavenclawPride

yvanka
Site Admin
Berichten: 18
Lid geworden op: 31-10-2013 16:22

Bericht door yvanka » 30-12-2013 00:43

anna zegt :
ga naar een herberg

Plaats reactie